Overslaan en naar de inhoud gaan

Slaaponderzoek

Gepubliceerd op: 15 februari 2022

In Nederland heeft twintig tot dertig procent van de bevolking last van slaapproblemen. In het Slaapcentrum van het Slingeland Ziekenhuis vinden onderzoeken en behandeling van slaapproblemen plaats. 

Slaapstoornissen

Niet iedereen slaapt altijd even goed. Slecht slapen wordt een probleem als het gedurende een langere periode aanhoudt en het functioneren van iemand gedurende de dag beïnvloedt. Als de klacht van slecht slapen langer dan een maand aanhoudt en iemand functioneert daardoor overdag niet meer, dan spreken we van een slaapstoornis. Ongeveer een derde van de mensen heeft wel eens last van een slaapstoornis. Ook kinderen kunnen er last van hebben. Meestal gaat een slaapstoornis vanzelf weer over, maar er zijn ook mensen bij wie de klachten aanhouden.

Primaire of secundaire slaapstoornis

Bij primaire slaapstoornissen is geen sprake van een lichamelijk of psychisch probleem dat het slaapprobleem veroorzaakt. Bij secundaire stoornissen is er sprake van een andere aandoening die de slaapproblemen veroorzaakt. Er is een directe samenhang tussen het slaapprobleem en bijvoorbeeld een psychisch probleem (vooral depressie en angst) of klachten als pijn en jeuk door een lichamelijke ziekte (reuma, diabetes, schildklieraandoeningen, kanker).  

Locatie

Slaaponderzoek vindt plaats bij de patiënt thuis of in het Slingeland Ziekenhuis (de overnachting zal meestal zijn op de kortverblijf afdeling zijn).

Verschillende slaaponderzoeken  

Polygrafie (slaapregistratie)

Om te onderzoeken welke problemen zich voordoen tijdens het slapen en wat daarvan de oorzaak is, kan een slaapregistratie worden gedaan. Dit onderzoek heet een polygrafie. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan een diagnose worden gesteld of wordt aanvullend onderzoek gedaan.
De verpleegkundige bevestigt 's avonds in het ziekenhuis een aantal instrumenten en sensoren op het lichaam. Daarna mag de patiënt naar huis. De slaapregistratie vindt thuis bij de patiënt plaats, zodat hij in zijn eigen vertrouwde omgeving kan slapen. Tijdens de slaap worden onder meer het hartritme, de ademhaling en lichaamshouding geregistreerd. De apparatuur kan aan de hand van alle gegevens berekenen óf en hoeveel ademstilstanden (apneus) er zijn.

Polysomnografie (uitgebreid slaapregistratie-onderzoek)

Een polysomnografie is een uitgebreidere slaapregistratie dan een polygrafie. Er worden nog een aantal extra functies gemeten tijdens de slaap. Naast ademhaling, bewegingen en snurken wordt ook de hersenactiviteit gemeten tijdens de slaap. Deze aanvullende informatie maakt het mogelijk om ook de hoeveelheid en kwaliteit van de slaap te beoordelen. Dat biedt meer informatie, waarmee ook andere slaapstoornissen (zoals PLMD, slaapwandelen, vaak wakker worden of hypersomnie) en meer gecompliceerde vormen van slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen kunnen worden aangetoond (zoals OSAS, CSAS). De slaapregistratie kan thuis bij de patiënt plaatsvinden. De patiënt kan dan in de eigen vertrouwde omgeving slapen. Het aan- en afkoppelen van de apparatuur gebeurt wel in het ziekenhuis. Daarna mag de patiënt naar huis.

MSLT-onderzoek (multi Sleep Latency Test)

Een Multi Sleep Latency Test wordt gedaan om objectief vast te stellen of de patiënt een verhoogde neiging tot inslapen gedurende de dag heeft. Overmatige slaperigheid wordt ook wel hypersomnie genoemd. Daarnaast kunnen met deze test ook aanwijzingen gevonden worden die duiden op onbedwingbare slaapaanvallen overdag (narcolepsie).  
Het MSLT-onderzoek levert informatie op om een diagnose te kunnen stellen en een behandeling te kunnen bepalen. Voorafgaande aan dit onderzoek wordt een polysomnografie uitgevoerd om de duur en kwaliteit van de slaap gedurende de nacht te beoordelen. Aansluitend op de nacht waarin de polysomnografie heeft plaatsgevonden, vindt het MSLT-onderzoek plaats op de functieafdeling Neurologie. Het onderzoek duurt een dag.

 

Laatst bijgewerkt op: 12 januari 2024

Slingeland Ziekenhuis

Anatomie: hersenen, wervelkolom en zenuwstelsel

Logopedisten Dirk Berghuis en Lisa van Asten. ©foto: Marcel Rekers
Door logopedie weer kunnen slikken en praten